SPELTHERAPIE
Speltherapie is een laagdrempelige vorm van therapie voor kinderen van 3 tot 12 jaar, waarbij spel wordt gebruikt om een kind te begrijpen en op eigen kracht weer vooruit te helpen. Ook jongeren en jong volwassenen die problemen ervaren met het (verbaal) uiten van gevoelens en emoties kunnen baat hebben bij speltherapie.
Volwassenen hebben geleerd dat praten kan helpen. Voor kinderen is het vaak nog te moeilijk of te bedreigend om te praten over wat hen dwars zit. Spelen is voor kinderen een natuurlijke en veilige manier om de wereld te ontdekken, om gevoelens te uiten en te verwerken. Spel is de taal van het kind. Zonder erover te hoeven praten kan een kind in zijn spel laten zien wat hem bezighoudt.
Volwassenen hebben geleerd dat praten kan helpen. Voor kinderen is het vaak nog te moeilijk of te bedreigend om te praten over wat hen dwars zit. Spelen is voor kinderen een natuurlijke en veilige manier om de wereld te ontdekken, om gevoelens te uiten en te verwerken. Spel is de taal van het kind. Zonder erover te hoeven praten kan een kind in zijn spel laten zien wat hem bezighoudt.
De spelkamer
De speltherapie vindt plaats in de spelkamer. Die is zo ingericht dat het kind zoveel mogelijk vrijheid heeft om met allerlei speelgoed en expressiemateriaal te spelen: verkleedspullen, gezelschapsspellen, een zand- en watertafel, poppen, dieren, voertuigen, teken- en knutselmateriaal, bouwmaterialen, etc.
De spelkamer is een veilige kamer. In de spelkamer zijn weinig regels. De speltherapeut creëert een sfeer waarin een kind helemaal zichzelf kan en mag zijn. Er is geen veroordeling, het probleem mag er zijn.
De spelkamer is een veilige kamer. In de spelkamer zijn weinig regels. De speltherapeut creëert een sfeer waarin een kind helemaal zichzelf kan en mag zijn. Er is geen veroordeling, het probleem mag er zijn.
Aansluiten bij de belevingswereld
Speltherapie sluit aan bij de interesses en de belevingswereld van het kind. Het geeft het kind de gelegenheid om te ontspannen, gedachten, gevoelens en wensen te uiten, ervaringen te verwerken en te experimenteren met allerlei vormen van gedrag. De speltherapeut bied de kinderen de mogelijkheid tot het beleven van nieuwe ervaringen en helpt ze om nieuwe inzichten te geven op sociaal en/of emotioneel niveau.
Oplossingen die spelend worden gevonden, neemt het kind mee naar het echte leven. Je gaat uit van de kracht van het kind en gebruikt deze om hem weer op weg te helpen. Als het kind genoeg (zelf)vertrouwen heeft om op eigen kracht verder te kunnen, nemen we afscheid.
Oplossingen die spelend worden gevonden, neemt het kind mee naar het echte leven. Je gaat uit van de kracht van het kind en gebruikt deze om hem weer op weg te helpen. Als het kind genoeg (zelf)vertrouwen heeft om op eigen kracht verder te kunnen, nemen we afscheid.
De therapeut
De speltherapeut is in staat om het kind / de jongere dat vastloopt in zijn ontwikkeling en dat in hun gedrag laten zien, op basis van onderzoek , een vraaggestuurde, methodisch opgestelde, behandelingsvorm aan te bieden. Dit met als doel de vastgelopen ontwikkeling c.q ontwikkelingstoornissen en/of belemmeringen op te heffen of te verminderen en weer op gang te brengen. Hierdoor zijn ouders en kind / jongere in staat om op eigen kracht verder te gaan. Het onderzoek is de basis van de therapie. De uitkomst van dit onderzoek leidt tot een persoonlijk advies en behandelplan. De therapeutische relatie en het spelend werken binnen specifieke spelsituaties brengen het veranderingsproces in het gedrag tot stand. De samenwerking met ouders en anderen uit de leefomgeving van het kind / de jongere ondersteunt dit proces.
De drie fases van therapie
De therapie start met de onderzoeksfase, ook wel de beginfase genoemd.
In deze fase wordt altijd een onderzoek gedaan om de hulpvraag van het kind / de jongere duidelijk in kaart te brengen. Om een positieve relatie op te bouwen met het kind / de jongere dient de therapeut oog te hebben voor de basisbehoeften van het kind / de jongere. Het kind / de jongere moet gevoed worden met aandacht, gezien en gehoord worden in wat het nodig heeft. In deze beginfase biedt de therapeut basisveiligheid voor het kind / de jongere om de positieve relatie tot stand te laten komen. |
Het kind / de jongere heeft steun nodig in de vorm van bevestiging, begrip en erkenning. Bovendien dient de therapeut het kind / de jongere te beschermen tegen overspoelende emoties (dit doet de therapeut door het stressraam van het kind / de jongere te reguleren en/of door te voorkomen dat het kind / de jongere van streek raakt).
De middenfase staat in het teken van verdieping en verwerking van de problematiek. Doordat de therapeutische relatie duidelijk is geworden voor het kind, biedt dit veiligheid om moeilijke of pijnlijke thema’s (verder) uit te spelen. De intensiteit van het spel neem toe. Een kind kan in het spel langdurig stilstaan bij onverwerkte belevingen. Hetzelfde thema kan herhaaldelijk terugkeren in verschillende uitingsvormen. Dit kan gepaard gaan met regressie; kinderen komen vaak toe aan behoeftes uit vorige ontwikkelingsfases die geblokkeerd waren. In hun spel kunnen kinderen behoeftes inhalen waar ze eerder niet aan toe zijn gekomen. Daarnaast gaan kinderen in deze fase experimenteren met nieuw gedrag. Wat betreft het gedrag van het kind kan dit tijdelijk in hevigheid toenemen. De rol van de speltherapeut verandert in deze fase. De speltherapeut pleegt meer interventies, speelt mee, biedt tegenspel, ondersteunt en bekrachtigt het kind in zijn oplossingen. Hierbij sluit de speltherapeut in deze fase aan bij de behoeftes van het kind. Soms kan dat structuur zijn, soms juist extra ruimte. |
De therapeut geeft het kind / de jongere de ruimte om binnen zijn spel op zoek te gaan naar oplossingen voor de tegenvallers en frustraties. Binnen de veiligheid van de therapeutische setting nodigt de therapeut het kind / de jongere uit om te experimenteren met ander, nieuw gedrag. Het kind / de jongere leert steeds beter zijn eigen gedrag te reguleren. Zo nodig is de therapeut nog een externe affectregulator. De therapeut sluit aan bij het (sociaal-emotionele) niveau van de ontwikkeling van het kind / de jongere en past doelgerichte interventies toe.
De eindfase breekt aan wanneer de intensiteit van het spel afneemt. Een kind heeft meer vertrouwen in de eigen gevoelens en mogelijkheden gekregen. In de beginfase van de therapie overheersten de problemen, in de eindfase geeft het kind aan ‘het gewone leven’ belangrijker te vinden. Als een kind voldoende veranderd en sterk genoeg is om zonder hulp verder te gaan of wanneer het doel is behaald, bouwt de therapie af. Ter afsluiting volgt nog een laatste oudergesprek. Juist omdat het kind in de speltherapie heeft leren vertrouwen op de eigen mogelijkheden is het effect van de therapie langdurig. Hierdoor kan het kind in toekomstige situaties zijn eigen kracht gebruiken en staat het sterker. Transfer Met een realistisch zelfbeeld kan het kind / de jongere eventueel noodzakelijke veranderingen van zijn gedrag vrijwillig (zonder dwang of straf), van binnenuit nastreven. Via ‘verwoording’ van de ervaringen en van de bewustwordingen in de omgang met de therapeut, krijgt het kind / de jongere taal voor zijn ervaringen en kan hij erover gaan denken en vertellen met meer abstracte begrippen. Door variatie en herhaling in de ervaringen zullen zich op breinniveau andere mentale modellen vormen. |
De kracht van Speltherapie
De kracht van de therapie ligt in het feit dat deze een opbouw heeft, waarbij de therapeut het kind / de jongere zorgvuldig observeert, aansluit en daar waar het kind het aankan, iets toevoegt om het kind / de jongere uiteindelijk vanuit zichzelf te laten groeien in daar waar het kind / de jongere het nodig heeft. De therapie heeft een benadering die spel- en ervaringsgericht is en werkt binnen de mogelijkheden van het kind / de jongere.