DRAMATHERAPIE
Dramatherapie
Dramatherapie is een ervaringsgerichte therapiewerkvorm. Deze therapievorm biedt de mogelijkheid om in een veilige omgeving je gedrag te ontdekken, te begrijpen, te erkennen maar biedt ook de mogelijkheid om nieuw gedrag te oefen en uit te proberen. Ook het vormgeven aan een interne wereld kan inzichtelijk werken binnen dramatherapie. Hierdoor is dramatherapie een mooie werkwijze voor kinderen en jongeren om in hun eigen ‘creatieve’ wereld zichzelf te leren kennen en zich te uiten.
Binnen dramatherapie kan er gewerkt worden met verkleedkleren, poppen, rollenspel, tekenen, voorwerpen, verhalen, spelletjes en fantasie. Maar ook het uitspelen van een situatie uit het echte leven, het wisselen van rollen (een ander perspectief zien) en het spelen van een gewenste uitkomst wordt ingezet binnen dramatherapie.
Dramatherapie kan in individuele, groeps- of in een systeemsetting worden gegeven.
Binnen dramatherapie kan er gewerkt worden met verkleedkleren, poppen, rollenspel, tekenen, voorwerpen, verhalen, spelletjes en fantasie. Maar ook het uitspelen van een situatie uit het echte leven, het wisselen van rollen (een ander perspectief zien) en het spelen van een gewenste uitkomst wordt ingezet binnen dramatherapie.
Dramatherapie kan in individuele, groeps- of in een systeemsetting worden gegeven.
De therapeut
Ieder kind/ jongere is anders wat maakt dat de therapeut een open blik heeft en het kind/ de jongere wilt begrijpen in zijn/haar denk wijzen. Wat wij denken heeft grote invloed op hoe wij handelen. Door de denkwijzen te begrijpen, wordt de reden van het gedrag ook duidelijk. Ons gedrag en de gevolgen daarvan worden dan erkent. Hierdoor ontstaat er ruimte om te kijken naar hoe we de gevolgen van ons gedrag op een positieve manier kunnen veranderen. De therapeut beweegt mee met de interesses van het kind/de jongere. Na het opbouwen van een werkrelatie wordt er binnen de therapie gekeken naar de hulpvraag. Samen met de therapeut wordt er gekeken, geoefend en gereflecteerd.
Het doel van de therapie is gevoelens en emoties leren (h)erkennen en deze op een passenede manier te leren uiten, zodat je jezelf maar ook andere jou beter leren begrijpen. Daarnaast wordt er ook inzicht geven in eigen gedrag, de gevolgen daarvan en hoe je op verschillende manieren met je gedrag om kan gaan. Kortom het spelenderwijs leren in een ‘doen als of’ setting.
Het doel van de therapie is gevoelens en emoties leren (h)erkennen en deze op een passenede manier te leren uiten, zodat je jezelf maar ook andere jou beter leren begrijpen. Daarnaast wordt er ook inzicht geven in eigen gedrag, de gevolgen daarvan en hoe je op verschillende manieren met je gedrag om kan gaan. Kortom het spelenderwijs leren in een ‘doen als of’ setting.
De drie fases van therapie
De therapie start met de onderzoeksfase, ook wel de opbouwende fase genoemd.
In deze fase wordt altijd een onderzoek gedaan om de hulpvraag van het kind / de jongere duidelijk in kaart te brengen. Om een positieve relatie op te bouwen met het kind / de jongere dient de therapeut oog te hebben voor de basisbehoeften van het kind / de jongere. Het kind / de jongere moet gevoed worden met aandacht, gezien en gehoord worden in wat het nodig heeft. In deze beginfase biedt de therapeut basisveiligheid voor het kind / de jongere om de positieve relatie tot stand te laten komen. |
Het kind / de jongere heeft steun nodig in de vorm van bevestiging, begrip en erkenning. Bovendien dient de therapeut het kind / de jongere te beschermen tegen overspoelende emoties (dit doet de therapeut door het stressraam van het kind / de jongere te reguleren en/of door te voorkomen dat het kind / de jongere van streek raakt).
(Toe)vertrouwen Wanneer in de therapie aan al deze basisbehoefte van het kind / de jongere is voldaan, ontstaat er een vertrouwensrelatie tussen het kind / de jongere en de therapeut en biedt de praktijkruimte een milieu waar het kind / de jongere zich veilig kan voelen, zich kan ontspannen en zich kan openen. De therapeut volgt het kind / de jongere nu in zijn gedrag. Hierbij is de therapeut betrouwbaar, voorspelbaar en benoemt de handelingen en emoties van het kind / jongere. Het kind / de jongere kan eropuit gaan en wordt ondernemender. De therapeut heeft aandacht en leeft mee. Wanneer de therapeut een rol toebedeeld krijgt in de interactie met het kind / de jongere, vraagt hij het kind / de jongere hoe hij deze rol mag invullen. Zo krijgt het kind / de jongere de regie en kan het genieten van zijn eigen kracht en mogelijkheden. |
De therapeut geeft het kind / de jongere de ruimte om binnen zijn spel op zoek te gaan naar oplossingen voor de tegenvallers en frustraties. Binnen de veiligheid van de therapeutische setting nodigt de therapeut het kind / de jongere uit om te experimenteren met ander, nieuw gedrag. Het kind / de jongere leert steeds beter zijn eigen gedrag te reguleren. Zo nodig is de therapeut nog een externe affectregulator. De therapeut sluit aan bij het (sociaal-emotionele) niveau van de ontwikkeling van het kind / de jongere en past doelgerichte interventies toe.
In je lijf komen Al bewegend en voelend leert het kind / de jongere zijn lichaamssensaties te koppelen aan zijn emoties. Binnen de dramatherapie wordt er gewerkt met kinderen / jongeren aan een positief zelfidee door het kind succeservaringen op te laten doen. Gelijkertijd staat de therapeut met het kind / de jongere stil bij wat het kan, wil, denkt en voelt. Hierdoor groeit het zelfbesef van het kind / de jongere. Transfer Met een realistisch zelfbeeld kan het kind / de jongere eventueel noodzakelijke veranderingen van zijn gedrag vrijwillig (zonder dwang of straf), van binnenuit nastreven. Via ‘verwoording’ van de ervaringen en van de bewustwordingen in de omgang met de therapeut, krijgt het kind / de jongere taal voor zijn ervaringen en kan hij erover gaan denken en vertellen met meer abstracte begrippen. Door variatie en herhaling in de ervaringen zullen zich op breinniveau andere mentale modellen vormen. |
De kracht van dramatherapie
In spel creëer je afstand tot de realiteit hierdoor is het makkelijker om naar een situatie/gedrag te kijken. Het gaat namelijk in eerste instantie niet om jezelf maar om het karakter/rol die gespeeld wordt. Dit karakter of deze rol kan dingen doen die je, als jezelf, niet zou doen of durven. Maar als het kan spelen, kan je het in het echte leven ook. De kracht van het spel, is de kracht van dramatherapie.